Terug naar de kaart van Nederland!

Of kies uit de volgende kaarten:

Noord-Nederland


Noord-Holland


Oost-Nederland


Zuid-Nederland

 



Wilt u reageren?
Klik op de pen!

 


Meer informatie op deze website over de tramlijnen Denekamp - Oldenzaal - Losser - Glane - Gronau en over Glanerbrug - Losser:

-Het Twentse tingeltrammetje (1)

-Het Twentse tingeltrammetje (2)

-Het Twentse tingeltrammetje (3)

-Glanerbrug - Losser (1)

-Glanerbrug - Losser (2)

-Belevenissen rond het laatste restje van een opbraak

(Glanerbrug - Losser)


Externe website over lijnen in de omgeving de bovengenoemde tramlijnen

-Spoorzoeker,nu (1)

Een website over restanten van spoor- en tramlijnen in Nederland met onder andere een uitgebreide bijdrage over de reactivering van Enschede - Glanerbrug - Gronau.

-Spoorzoeker.nu (2)

Op het spoor van restanten van de lokaalspoorlijn Enschede Noord - Oldenzaal E.O.

Meer weten over de historie van Losser?

De Stichting Historische Kring Losser heeft een informatieve website samengesteld. Met (onder meer) een overzicht van de publicaties van deze actieve stichting. Klik hier.

Glanerbrug - Losser

De gedeeltelijke terugkeer van de goederentram (2)

De aanleg ging dus door en al op 20 juli 1949 werden de eerste wagons afgeleverd bij de textielfabriek van Van Heek, even ten zuiden van Losser. Met ingang van 3 september werd de hele tramlijn al gebruikt. De officiële opening vond op 2 oktober 1949 plaats.

Door Oege Kleijne

Onduidelijk is of de opening met veel festiviteiten gepaard ging. Mogelijk dat de problemen rond het arbeidersvervoer hier voor een flinke domper op de geplande feestvreugde vormden. De werknemers van veel textielfabrieken wilden helemaal niet met de trein naar hun werk worden vervoerd. Zij gaven namelijk de voorkeur aan het vervoer per bus, ondanks de hogere prijs voor dit vervoer. Dat was een flinke tegenvaller voor de NS. Die had het plan slim in elkaar gestoken. De al rijdende arbeiderstrein van Glanerbrug naar Enschede had het bedrijf in Losser willen laten beginnen en eindigen. Een kwestie van even doortrekken dus en met minimale extra kosten was dit vervoer te regelen.


Een van de weinige, zo niet de enige foto van het raccordement (fabrieksaansluiting) van Textielfabriek Van Heek van na de Tweede Wereldoorlog (11 juli 1958). Foto: J.G.C. v.d. Meene.

Perrons

NS had zelfs al perrons laten aanleggen in Glanerbrug en nabij Glane (km 2.8). Het nog aanwezig perron in Losser van de oude tram kon opnieuw worden gebruikt. Ter hoogte van café Schorfhaar (in Losser) zou ook een halte komen, maar NS wilde eerst zekerheid over het arbeidersvervoer alvorens het perron aangelegd zou worden.

Onverlichte haltes

Waarom de werknemers van de fabrieken in Enschede zich niet per tram lieten vervoeren, is niet helemaal meer vast te stellen. Maar uit interne NS-stukken blijkt dat men weinig tevreden was over de onverlichte haltes en ook het materieel waarmee de arbeiders werden vervoerd tussen Glanerbrug en Enschede viel niet in de smaak.


De goederentram (locomotor nummer 341) nabij voor Losser en niet ver van de aansluiting van Van Heek op 11 juli 1958. Zo ging het dagelijks: de rangeerder op de treeplank en met een gangetje van zo'n 30 km/h. De lijn werd meestal maar één keer per dag bediend.

Ondanks pogingen van NS nog verlichting aan te leggen en de arbeiders op andere gedachten te brengen, werd in 1951 - met het verdwijnen van de arbeiderstreinen tussen Glanerbrug en Enschede - een streep door het plan gehaald.
De tramlijn werd op werkdagen bereden tot aan het eindpunt bij het oude tramstation van Losser. Daarna werd op de terugweg het fabriekscomplex van Van Heek aangedaan, die een eigen spooraansluiting bezat.

Stoomlocomotieven

Gedurende de eerste jaren waren het naar alle waarschijnlijkheid locomotieven van de serie 7700 die de dagelijkse goederentram trokken.
Die serie was trouwens een oude bekende tussen Oldenzaal en Gronau. Vooral in de jaren dertig vormden deze locs het gezicht van de trams.
Begin jaren vijftig kwam de 'sik', de kleine rangeerlocomotief met dieselmotor (in jargon locomotor), waarop een speciaal opgeleide rangeerder dienst mocht doen en een 'dure' machinist dus niet nodig was.

Bediening

De voorspellingen van de NS over de omvang van het vervoer kwamen uit. De beperking van de lengte van de trams was, op een enkele uitzondering na, voldoende om al het aanbod van goederen te kunnen vervoeren. Dat resulteerde in één bediening per dag, op werkdagen.
De aanvoer van kolen voor de fabriek van Van Heek, maar ook voor andere ondernemingen, vormde een belangrijke bron van inkomsten voor de NS. Maar ook andere goederen kwamen en gingen per spoor, zoals landbouwwerktuigen, kunstmest en textiel. Gedurende de jaren vijftig bleef het vervoer stabiel. Maar in de jaren zestig daalde het vervoer.

Minder kolen

De komst van aardgas, maar ook de overschakeling op bijvoorbeeld machines die elektrisch in plaats van met stoom werden aangedreven in de fabrieken leidden tot een daling van het goederenvervoer per spoor. Kolen waren immers steeds minder nodig en ook in de particuliere huishoudens vervingen gas- en oliekachels de kolengestookte verwarming. Tegelijkertijd kwam de vrachtwagen op en kaapte een deel van het spoorvervoer weg. Tegelijkertijd dook de NS in de verliezen.

Verliezen

Deze landelijke trend ging ook aan de tramlijn Glanerbrug - Losser niet voorbij. Het vervoer daalde. Halverwege de jaren zestig stelde de NS commissies in die de rentabiliteit van de verschillende bedrijfsonderdelen onder de loep moesten nemen. Een daarvan ging zich bezighouden met de spoor- en tramlijnen waarover nog uitsluitend goederen werden vervoerd. En het kon niet uitblijven: ook de tram naar Losser werd gewogen, doch helaas te licht bevonden.
Omdat er geen uitzicht op nieuw en extra vervoer voor deze lijn bestond, viel eind jaren zestig de beslissing om de goederendienst te staken.

Laatste goederentram

Op 26 mei 1972 vertrok de laatste goederentram uit Losser. Rangeerder J. Kroonenburg en locomotorbestuurder H. Klement hadden de twijfelachtige eer de laatste tram te vervoeren. Het was een afscheid zonder enig vertoon, geen vlaggen, geen toespraken, geen gebak. En onopgemerkt door de bevolking.

Nieuw bedrijventerrein

Daarna werd het stil op en rond de tramlijn. Opbraak dreigde. In ieder geval moest het stuk dat in het dorp Losser lag, zo snel mogelijk verdwijnen, vond de gemeente Losser.
Maar NS aarzelde. Zou het zich snel ontwikkelende bedrijventerrein nog nieuwe tramklanten kunnen opleveren? Blijkbaar niet, want nadat de tram uit het dorpsbeeld verdween, volgden de rails en de dwarsliggers. Op 16 december 1974 begon de opbraakploeg ter hoogte van het (in 1966) gesloopte tramstation Losser en eind januari 1975 was de klus geklaard.


Afscheid van de goederentram met de vertrouwde sik. Hier is waarschijnlijk een slooptram op weg van Losser naar Glanerbrug eind 1974. Foto: Gemeente Losser.

Bijzonder vervoer

De goederentramlijn Glanerbrug - Losser heeft slechts zelden bijzondere treinen (of beter: trams) gehad. Los van de excursie van de Nederlandse Vereniging voor Spoor- en Tramwegbelangstellenden op 21 augustus 1968, kwam Prins Carnaval per tram in Losser aan. Hij maakte gebruik van een zogeheten Blauwe Engel (die toen al rood was) van het type DE2. Helaas is er geen nummer bekend van dit treinstel.


Aankomst van Prins Carnaval (Frans 1) in Losser per tram op 25 februari 1968. Foto: Historische Kring Losser.

De aanleiding voor de extra trein die op 20 mei 1969 naar en van Losser reed, was minder feestelijk. Een groot aantal Lossenaren maakte zich grote zorgen over het uitblijven van veiligheidsmaatregelen voor de provinciale weg van Losser naar Oldenzaal. Het steeds drukker wordende verkeer eiste hier een niet geringe tol: verschillende slachtoffers en tientallen zwaargewonden per jaar. Toen bleek dat de provincie voorlopig geen geld wilde uittrekken om de weg veiliger te maken, kwam de bevolking in actie, werd er een extra trein gehuurd en ging het naar Zwolle. Daar kreeg de commissaris van de Koningin een petitie aangeboden.Het moet de langste reizigerstram geweest zijn die er ooit in Losser is vertrokken: acht rijtuigen met aan beide zijden van de trein een diesellocomotief.


De trein staat voor vertrek gereed op het station Losser. De kenners zien hier een bijzondere combinatie van het relatief nieuwe Plan W (rechts) en het al oudere Plan K of Plan D. De trein werd getrokken door locs van de serie 2200/2300. Voorzover bekend is dit de enige keer dat machines van die serie in Losser zijn geweest. Normaliter waren deze locs niet toegestaan op dit baanvak. Foto: Historische Kring Losser.


Restanten

Van de lijn is nog maar weinig terug te vinden. Spoorzoekers met een geoefend oog zullen het talud nog enigszins kunnen ontdekken in het parkje naast de nieuwe halte Glanerbrug aan de heropende spoorlijn Enschede - Gronau.


Beter een slechte foto geplaatst, dan niets laten zien. Hier zien we het stationsgebouw van Losser tijdens de sloop in december 1966. Van de lijn Glanerbrug - Losser is niets tastbaars meer te zien, behalve voor geoefende 'spoorzoekers' nabij Glanerbrug. Foto: Historische Kring Losser.

Dit dammetje is nog te volgen tot het punt waarop de tramlijn, zo'n kilometer van de vroegere aftakking, parallel aan de weg naar Losser komt te lopen. Daarna is op het oude tracé een fietspad gelegd, rechts van de weg gezien in de richting Losser. In Losser zelf herinnert nog een wisselonderdeel aan de tram. .


De afbraak van de sporen in Losser, december 1974. Foto: Historische Kring Losser.

Bronvermelding:

-Bahn Regionaal, 1986: Vergessene Kleinbahn Gronau - Losser - Oldenzaal, Eckhard, Bohn. Artikelenserie.

-NWSM-archief in het Utrechts Archief (onder meer aanwezige jaarverslagen en oprichtingsakte)

-Trammend door Twente, Guus Ferrée (boek).

-Op de Rails: Nederlandsch-Westfaalsche Stoomtram Maatschappij, door Evert Heusinkveld.

-Het spoorwegbedrijf in oorlogstijd, ing. C. Huurman (boek).

-Op en om een kleine stationnetje... / De geschiedenis van 'het spoor' in een Twents dorp, door G.W.Th. van Slageren (boek).

Met bijzondere dank aan:

Georg van Slageren, auteur van het bovengenoemde boek voor het ter beschikking stellen van documenten en foto's en raadgevingen, maar ook het tijdig ter beschikking stellen van het manuscript van het boek.

Kees van de Meene, voor adviezen en de vele foto's die hij ter beschikking heeft gesteld.

Roelof Hamoen, voor het eindredactionele werk en de hulp bij speurwerk in het Utrechts Archief.