Terug naar verhalen in zwart-wit

Lotgevallen van
een laatste
goederentrein

De laatste trein naar IJmuiden?

Herinneringen aan de Noord-Friese

Herinneringen aan deVeenendaallijn

Het laatste restje van een opbraak
(Glanerbrug - Losser)




Reageer!


Externe links:



Dé club voor de railliefhebber



De Veluwse Stoomtrein Maatschappij die tussen Apeldoorn en Dieren rijdt.

Lotgevallen van een laatste goederentrein

De eerste juni 1984. De laatste werkdag van de NS-dienstregeling 1983/1984. De nieuwe dienstregeling, die twee dagen later inging, bracht bij het goederenvervoer ingrijpende veranderingen. Sluitingen van los- en laadplaatsen, raccordementen die niet meer bediend zouden worden en de sluiting van de Watergraafsmeer (Amsterdam) als goederenstation. Bovendien bereikten die vrijdag de laatste Van Gend & Loos-treinen hun bestemming. Die dag zouden, verspreid over spoors Nederland, een aantal gewone goederentreinen voor het laatst rijden. Een van die treinen zou nog eenmaal wagons gaan ophalen in Eerbeek om daarna terug te rijden naar Dieren. Zou, want het pakte heel anders uit, hoewel...

Door Oege Kleijne

In Arnhem was het die morgen al misgegaan. Een vertraging van een half uur. De beide rangeerders en de 'meester' van de door locomotief 2334 getrokken trein naar Eerbeek zagen met enige angst hun pauze al in het water vallen. Meestal viel er op deze dienst namelijk niet zo erg veel in te halen. Maar goed, wie weet valt het nog mee.

Voor het laatst naar De Meteoor
Snel voor de laatste keer naar 'De Meteoor' in Rheden, waar wagons met betonnen dwarsliggers moesten worden opgehaald. Drie daarvan waren beladen, een vierde werd ledig meegegeven. Een vriendelijke afscheidsgroet aan het personeel van de fabriek en dan op naar Dieren. Daar moest eerst aan de treindienstleider toestemming worden gevraagd om de rit naar Eerbeek te aanvaarden.

Snel schuifwandwagens ophalen
Tot Eerbeek slaagde de bemanning van de 2334 erin nog enkele minuten in te halen. Bij de papierfabriek behoefden slechts enkele ledige schuifwandwagens te worden opgehaald. Vrachtbrieven invullen en wachten op afhandeling van andere formaliteiten was ditmaal niet nodig. De laatste bediening van deze trouwe klant bracht hen geen koffie met gebak of een envelop met inhoud ten teken van afscheid. Niets van dat alles. Aankoppelen en rijden maar, dat was alles. Dus maar weer snel naar het station Eerbeek terug, de trein daar in de juiste volgorde neerzetten en wachten op telefonische toestemming voor de terugrit naar Dieren.

Daar kwam de museumtrein
Nog voordat de goederentrein in de juiste samenstelling voor vertrek gereed stond, kondigde zich een trein aan van de Veluwse Stoomtrein Maatschappij (VSM). Locomotief 517 (ex-NS 517) was met drie rijtuigen van Apeldoorn naar Dieren ingelegd. Ongeveer zeventig passagiers maakten de rit mee tot Laag Soeren. Daar zou het gezelschap overstappen op gereedstaande huifkarren. Snel werd ruimte gemaakt om de VSM-trein toegang tot het station Eerbeek te verlenen.

Tegenvaller
Eigenlijk was de komst van de VSM-trein een tegenvaller voor het goederentreinpersoneel. Omdat de VSM-trein op tijd was en de goederentrein feitelijk al in Dieren had moeten aankomen, kreeg de museumtrein voorrang. Pleister op de wonde was de koffie die door twee lieftallige VSM-dames werd verstrekt. Een geluk bij een ongeluk want met een vertraging van een moest nu toch wel ernstig rekening worden gehouden. Het baanvak Eerbeek - Dieren geldt namelijk als één blok (waarin zich tegelijkertijd maar één trein mag bevinden). En dat heeft tot gevolg dat de goederentrein niet eerder uit Eerbeek mag vertrekken of de VSM-trein moet lang en breed in Dieren zijn aangekomen.

Op zoek naar een goede fotoplek
Enkele minuten later verdween het laatste rijtuig van de museumtrein uit het zicht. Omdat de goederentrein in het gunstigste geval twintig minuten in Eerbeek moest wachten op het telefonische vertreksein, leek het ondergetekende verstandig een goede fotoplek te zoeken. Daartoe biedt dit traject alle gelegenheid. In bloei staande bosschages, oude boerderijen en statige herenhuizen vormen (nog steeds) het decor waarin een 2200 met negen goederenwagons beslist niet zou misstaan.

Rook
Enkele kilometers buiten Eerbeek stond de 517 midden op een overweg. Enkele mensen liepen langs de trein. Even poolshoogte nemen. Een aanrijding met een auto of zou de loc toevallig...?
Inderdaad. Enigszins beteuterd stond hij te kijken, de 'meester' van de 517. "Tja, ineens stonden we stil en er kwam rook uit de tractiemotor. Het lijkt erop dat de hele motor is vastgelopen. Er is geen beweging meer in te krijgen", verklaarde hij. "Ik heb Eerbeek gebeld, mogelijk kunnen ze ons met de NS-diesel uit de penarie helpen", voegde hij eraan toe.

Oorverdovend
De passagiers van de VSM-trein waren inmiddels te voet op weg richting Laag Soeren. De huifkarren waarop ze uiteindelijk moesten overstappen, zouden ze niet missen. Een klein kwartier verstreek. De 2334 kwam langzaam aangereden. De hele VSM-trein terugbrengen naar Eerbeek was het devies. Mogelijk zou met de potige 2200 locomotief 517 weer 'los' komen. Proberen maar! De 2334 plaatste zich voor de museumtrein. Langzaam zette hij aan. Geen beweging. Dan nog iets meer? Okee! Weer niks. Nog eens proberen, nu met volle kracht? Vooruit dan maar. Het toerental steeg en heel langzaam. onder oorverdovend geknars, kwam er enige beweging in de museumtrein. De wielen van de 517 bleven echter geblokkeerd. Een loc met geblokkeerde wielen naar Eerbeek slepen, leek niet de beste oplossing. Dan alleen maar rijtuigen meenemen, bellen en wachten op een storingsploeg.

Beekbergen stuurde een stoomloc!
Ampel overleg bij zowel NS als VSM moest uitkomst brengen. Getelefoneerd werd er, zoals altijd, in de zaadhandel schuin tegenover het station in Eerbeek. Na een half uur waren de knopen doorgehakt. "Beekbergen" (waar de VSM gevestigd is) stuurde een voormalige Duitse stoomloc, de 23.071, naar Eerbeek. De 2334, de goederenwagons, de VSM-rijtuigen èn de stoomlocomotief moesten één convooi gaan vormen. Deze vrij omslachtige exercitie was noodzakelijk om het treinverkeer op het baanvak naar Apeldoorn zo beperkt mogelijk te houden. "Om beveiligingstechnische redenen", zo legde het NS-personeel uit. Later die dag moest de 23.071 namelijk een gezelschapstrein van Apeldoorn naar Laag Soeren rijden en als dan ook nog de goederentrein zich richting Apeldoorn begaf, onstonden er op dit enkelsporige baanvak zeker kruisingsproblemen. De conducteur van de museumtrein werd als pilot (loods in scheepvaarttermen) aangewezen, omdat de 'meester' van de 2334 het baanvak Eerbeek - Apeldoorn niet kende.

De laatste goederentrein
Volgens plan werd het convooi samengesteld. Eerst locomotief 2334, dan de stoomloc. De VSM-rijtuigen en de negen goederenwagons completeerden deze bonte samenstelling. De vertraging was inmiddels opgelopen tot twee uur. Kort na enen vertrok de laatste goederentrein van Eerbeek naar Dieren, over Loenen, Beekbergen, Apeldoorn, Klarenbeek (!) en Zutphen.

Met een kleine drie uur werd standplaats Arnhem bereikt. Voor de machinist van locomotief 517 werd het een lange dag. Om 16.30 uur stond zijn loc nog steeds op de plaats waar die vierenhalf uur tevoren was vastgelopen.

Dit waargebeurde verhaal werd eerder gepubliceerd in het augustusnummer (1984) van Op de Rails, het maandblad van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en Tramwegwezen (NVBS).

Zo had de NS het gepland. Eerst betonnen dwarsliggers ophalen bij Rheden, even op en neer naar Eerbeek en het hoofdstuk 'goederenlijn Dieren - Eerbeek' kon worden gesloten. Het liep 'even' anders. Loc 2334 nabij Dieren op 1 juni 1984. Nog leek alles voorspoedig, zij het met wat vertraging te verlopen.


De spooraansluiting op het terrein van papierfabriek De Hoop in Eerbeek. De loc rijdt tot ver op het bedrijfsterrein om de laatste goederenwagens op te halen. Het einde van een langdurige samenwerking tussen de NS en de papierfabriek. Foto: Oege Kleijne.


De locomotief nogmaals op het terrein van de papierfabriek. De Hoop was de laatste papierfabriek in Eerbeek die van de diensten van NS gebruik maakte. Tot in de jaren zeventig zorgden ook de andere fabrieken in deze Gelderse plaats voor een flink vervoer. Doch gaandeweg stapten deze bedrijven over op het wegvervoer. De NS zou niet zelden te duur zijn, te weinig flexibel en soms ook niet snel genoeg. Sinds de invoering van Plan Herwag, begin jaren zeventig werden slechts contracten met verladers afgesloten, waarin ook de vaak hoge kosten van het onderhoud van de infrastructuur werden doorberekend. Tegelijkertijd kon de vrachtwagen niet zelden meer gewicht meenemen dan een enkele spoorwagon. De ontwikkeling van de grootvolume goederenwagens stond toen nog in de kinderschoenen. Foto: Oege Kleijne.


De museumtrein van de Veluwse Stoomtrein Maatschappij bij binnenkomst in Eerbeek. Met loc 517, een van NS overgenomen rangeerloc.
Foto: Oege Kleijne.

Station Eerbeek met museum- en goederentrein, waarvan de loc de goederenwagons aandrukt en daarna op het vertrek wacht van de museumtrein. Intussen is er koffie voor machinist en de rangeerders. Vriendelijk geschonken door medewerkers van de museumtrein. Foto: Oege Kleijne.


Pas na vertrek van de VSM-trein zet de NS-loc zich voor de goederentrein om de terugreis naar Dieren te kunnen aanvaarden.
Foto: Oege Kleijne.


Tja, het kan verkeren... De museumtrein staat midden op een overweg. Het oude locje had de geest gegeven. De situatie zat letterlijk muurvast. De 2200 kwam de boel lostrekken, was even de gedachte.
Foto: Oege Kleijne.


De wel heel bijzondere combinatie met diesel- en stoomloc te Eerbeek. Even remproef nemen en gezamenlijk kan het richting Apeldoorn. De misschien wel meest bijzondere laatste rit van een goederentrein in Nederland...
Foto: Oege Kleijne.


...en dan ook nog over een totaal onverwachte route. Het convooi te Beekbergen, waar de VSM gevestigd is.
Foto: Oege Kleijne.


De trein net voor het NS-station Apeldoorn. Vanaf hier ging de 2334 met de goederentrein over de ongebruikelijke route via Klarenbeek richting Zutphen om uiteindelijk terug te keren naar Arnhem.
Foto: Oege Kleijne.